Het algemene advies luidt “9 maanden zwanger betekent 9 maanden ontzwangeren”. Je lichaam heeft tijd nodig om te herstellen, je hormonen om weer in balans te komen en jullie gezin om te wennen aan de nieuwe situatie en rust en ritme op te bouwen. Het is een heerlijke tijd, met veel momenten om van te genieten. Je kindje gaat immers steeds meer interacteren en dingen leren. Toch is het niet altijd een roze wolk!
Femke en Manon hebben meegewerkt aan het boek ‘Mama ontzwangert’. Dit boek geeft veel goede en eerlijke informatie over de eerste periode na de bevalling, het ontzwangeren.
Heb je vragen of zorgen op verloskundig gebied of wil je napraten over de bevalling, dan kun je ons altijd bellen!
Anticonceptie
Vanaf 3 weken na de bevalling kun je weer een menstruatie krijgen, maar gelukkig duurt dit bij de meeste vrouwen wel wat langer. Bij vrouwen die borstvoeding geven kan het zelfs maanden tot een jaar duren voordat ze weer menstrueren, omdat oestrogeen, het hormoon wat vrijkomt bij borstvoeding, de menstruatiecyclus kan onderdrukken. Toch is borstvoeding geven geen anticonceptiemethode!
2 weken voor je menstruatie – dat kan dus al vlot na je bevalling zijn – heb je je eisprong, ben je weer vruchtbaar en kun je opnieuw zwanger worden. Je bent natuurlijk weer van harte welkom bij ons, maar als dat dan (nog) niet je bedoeling is, dan zul je een vorm van anticonceptie moeten gebruiken. Let hierbij goed op de aanwezigheid van oestrogeen als je borstvoeding geeft. Oestrogeen, in de combinatiepil en in de nuvaring, remt de borstvoedingsproductie. Daarom raden we deze vormen van anticonceptie af bij borstvoeding.
Daarnaast adviseren we je om tijdens het ontzwangeren goed te luisteren naar je lichaam, je behoeftes en je libido. Deze kunnen enorm veranderd zijn nu jullie een kindje hebben, mogelijk slaaptekort en na de lichamelijke verandering door de zwangerschap en bevalling. Ga pas vrijen als jullie daar allebei echt aan toe zijn en neem de tijd hiervoor!
Bij borstvoeding of littekenweefsel van de wond adviseren we om glijmiddel te gebruiken in het begin. De wand van de vagina kan dat wat ‘droog’ zijn en stroef aanvoelen.
Ga pas vrijen als jullie daar allebei echt aan toe zijn en neem de tijd voor elkaar!
Voor uitgebreide informatie, kijk op:
Anticonceptie na de bevalling
Gebruik ook anticonceptie als je zwanger bent geworden na IUI, IVF of ICSI. Na een zwangerschap, ben je eerder SPONTAAN zwanger dan je denkt!
Bekkenbodem
Veel kraamvrouwen ervaren in de eerste weken van het ontzwangeren enige vorm van incontinentie, namelijk urineverlies bij niezen, hoesten of springen. De zwangerschapshormonen hebben je bekkenbodemspieren verslapt en bij de bevalling zijn deze opgerekt. Met bekkenbodemoefeningen maak je je spieren weer sterker en voel je de controle steeds meer terugkomen. Begin hier al mee in de kraamweek!
Ook om (urine)incontinentie op latere leeftijd te voorkomen is het belangrijk om deze oefeningen je hele leven te doen. Vrouwen zijn nu eenmaal niet het geslacht met de eeuwig strakke bekkenbodem! Blijf je incontinentieklachten houden, ga dan naar een fysiotherapeut die gespecialiseerd is in de bekkenbodem.
Bel een bekkenfysiotherapeut als je last blijft houden van incontinentie!
Kenmerken van eenzwakke bekkenbodem:
- Urineverlies
- Windjes niet kunnen inhouden
- Obstipatie en moeilijk naar de wc kunnen
- Tampons vallen eruit
- Geen fijn liefdesleven
- Pijn in de onderrug
- Dikke buik
Kenmerken van eensterke bekkenbodem:
- Geen ongelukjes meer
- Controle over blaas en endeldarm
- Makkelijk naar de wc gaan
- Sterke vaginawanden
- Fijne seks
- Sterke rug, pijnloze heupen
- Platte buik
Sporten
Je lichaam heeft tijd nodig om te herstellen van de bevalling. Je kunt het je misschien niet voorstellen, maar in de eerste 2 weken van het ontzwangeren kun je net een rondje om het huis lopen. Al je spieren, van je benen, buik en bekkenbodem zijn verslapt en uitgerekt door de zwangerschap en bevalling. Aanvankelijk moet je goed voor jezelf zorgen, heb je veel rust en goede voeding nodig.
Na 2 weken ontzwangeren kun je proberen om wat verder te lopen. Neem je partner, vriendin of familielid mee als back-up en loop evt. aan de wandelwagen voor wat extra houvast. Denk niet dat je wel ‘even’ op en neer gaat naar de supermarkt. Daar komen is vaak niet het probleem, maar terug kan het lastig worden.
In de loop van de weken kun je eens voelen hoe het is om te fietsen. Zeker bij een wond kan dit in het begin nog onprettig aanvoelen, stap dan af! Vanaf 6 weken kun je meer gaan sporten, om je conditie en spieren op te bouwen. Doe rustig aan, luister naar je lichaam en ga niet over je grenzen heen!
Besteed extra aandacht aan je rechte buikspieren, train deze pas als ze weer helemaal tegen elkaar aanliggen. Je kunt dit zelf controleren door op je rug te gaan liggen en je kin op je borst te brengen. Je buikspieren spannen dan aan. Voel net onder en boven de navel tot aan je borstbeen of er nog een ruimte tussen de spieren te voelen is. Als dat zo is, wacht dan met het trainen van je rechte buikspieren, totdat ze helemaal tegen elkaar aanliggen. Bij de nacontrole voelen wij ook nog met je mee.
Luister naar je lichaam en ga niet over je grenzen heen!
Train je rechte buikspieren pas als ze weer helemaal tegen elkaar aan liggen.
Werken
Misschien zijn de 10 ‘verlofweken’ wel voorbij gevlogen of kun je juist niet wachten om weer aan het werk te gaan. Voor veel vrouwen is het zoeken naar een nieuwe balans in hun leven, namelijk die van werk, privé én een kind. De stap om je kindje weg te brengen naar een oppas, gastouder of opvang kan groot zijn en gepaard gaan met allerlei emoties. Dat is niet erg, gun jezelf hier de tijd voor!
Een ander punt kan zijn de borstvoeding. Hoe ga je dat regelen als je je kindje niet aan de borst kan leggen? Wanneer je borstvoeding geeft mag je een kwart van je werktijd besteden aan kolven of voeden. Je werkgever is verplicht om voor een geschikte ruimte te zorgen waar je dit kan doen, echter in werkelijkheid laat dit nog wel eens te wensen over. Kolf je liever niet op je werk, dan kun je overwegen om het aantal voedingen af te bouwen. Je kunt je kindje dan aanleggen vóór en ná het werken en op vrije dagen vaker, zodat je kindje toch kan profiteren van zoveel mogelijk moedermelk.
Werken en borstvoeding geven? Overal zijn oplossingen voor!